Het is me wat, met al die oorlogen. Alsof er niet genoeg brood-en-spelen is. Goed idee wel, alle gekken opruimen en vervangen door nieuw gespuis. Elke gek moet een kans krijgen. Ik weet het, want ik ben zelf gek geweest. Het maakt je de rest van je leven kansarm. Niemand wilde mij nog aanstellen als dictator. Voor brug- en sluiswachter kwam ik in aanmerking, maar er was geen vacature.
Ik ben ook in dienst geweest, u kunt trots op me zijn. Ik zat bij de bewakingstroep en stond op wacht bij atoombommen. Mooi, dat er in die tijd niet één gejat is! Kom daar nou eens om. Het was zwaar werk, dat bewaken. Vooral 's-nachts. Probeer je maar eens een uur of vier te vervelen in het donker. Turend naar de omringende bossen, hopend op onheil. Een vijandelijk wild zwijn bijvoorbeeld. Of een knijn of een bedreigde diersoort. De sergeant Vos bijvoorbeeld.
Eindelijk werd je afgelost. Met stoere stem: "Halt, wie daar" roepen. "Kop dicht!", kreeg je steevast als geïrriteerd antwoord. Dan wist je dat het goed volk was en geen gevaarlijke communist, die je de atoomkop wilde afrukken. De aflossing was nabij. Koffie! Gevulde koeken! Kano's!
Eén keer kreeg ik niet het vertrouwde antwoord, maar een ferm: "Sergeant Vos!". Wat krijgen we nou? Een vuige vijand, die zich tussen de draden had gewerkt en die mij wilde belagen om een kop te bemachtigen? Ik pakte mijn geweer - zonder kogels, want dat is veel te zwaar om de hele nacht in je zak te houden, die lieten we achter in het wachtlokaal - ik pakte dus mijn geweer en brulde op NATO-sterkte: "Komt u nader!!!". Enigszins aarzelend kwam de persoon dichterbij. Ik had toch wel erg woest geklonken. We wisselden wachtwoorden uit.
Het was werkelijk onze Vos, maar met een half regiment gastmilitairen achter zich aan. Meer sterren, dan ik die hele nacht boven me had zien staan. Een inspectie! Drat! dacht ik, als ze mijn magazijn maar niet controleren en leeg bevinden. Maar de sterren groeten beleefd en gingen naar het volgende wachthokje. Ik slaakte een zucht van verlichting. Zó gevaarlijk kon het dus zijn om het Vaderland te dienen.
Direct na het afzwaaien werd ik pacifist.
4 opmerkingen:
Ha, daar ben ik toch mooi aan weten te ontkomen, aan die dienstplicht. Ik heb namelijk hooikoorts.
Vreselijk irritant en naar allemaal - vooral in Het Seizoen - maar die ene keer had ik er toch maar mooi voordeel van.
Na eerder al de keuringen 'kanonnenvlees voor beginners' (Roermond) en 'kanonnenvlees-de-dood-in-jager voor gevorderden' (Leusden) met glans te hebben doorstaan, kwam in 1984 het moment dat Defensie mij daadwerkelijk wenste in te lijven. Niet dat er oorlog was of zo, maar dat moest toen nog gewoon: Dienstpflicht! Jawohl!!
Omdat ik geen zin had om mijn studie voor zoiets onnozels te onderbreken, vroeg ik een herkeuring aan. Die vond plaats in - jawel - Delft. Nee, niet #DelftZuid, maar in een negentiende eeuwse wijk aan de achterzijde van het station. Ik had alle geluk van de wereld. Die herkeuring vond namelijk plaats in juni, midden in Het Seizoen! En wat wilde het toeval nog méér? De weg naar het gebouw van de herkeuringsarts stond vol met bomen met van die witte pluizen. Ik was die ochtend al zo kien geweest om geen hooikoortspilletje in te nemen, maar nu ik die pluizen zag, ging ik echt helemaal los: een paar keer diep snuiven en het was zo ver: HAAAAAAAAAATSJIE!!! (30x)
Rode ogen tranende ogen, verstopte neus... - you name it, I had it.
'Nou, u heeft het wel erg te pakken', zei een verpleegkundige al bij binnenkomst. 'Och, vandaag valt het eigenlijk nog wel mee', antwoordde ik koeltjes, tussen twee niesbuien door.
De arts stelde nog een paar vragen, maar ook hem was het al snel duidelijk: met zo iemand winnen we de oorlog niet. Die verraadt ons aan de vijand, met zijn genies. 'Hebt u er bezwaar tegen dat ik contact opneem met uw husarts?', vroeg hij nog, voor ik weg mocht. Nee, dat had ik niet.
Het eerste wat ik deed toen ik veilig terug was in Leiden, was een hooikoortspilletje innemen. Het tweede: mijn huisarts bellen. 'Ga je graag in dienst...?', wilde hij weten. 'Nou, graag is een groot woord', zei ik - niets dan de waarheid. 'Maak je maar geen zorgen', sprak de arts. 'Dat komt wel goed.'
En zo was het.
24 maart 2011 14:27
Kunnen we vast vaststellen, lieve Clax ,dat de knijn een bedreigde dierseurt is en de mensch een bedreigende dier seurt?
(Nee; het is DE knijn)
Loopt Stan op de feitekes veuruit..
Men beschuldigt mij er wel eens van de diersoorten door mekaar te halen. We kennen 'bedreigde' 'ten onrechte niet bedreigde' en 'onterechte' diersoorten. Bij die laatste delen we in 'n Vogelspin, 'n Vliegende Vis, 'n Duikende Vogel en de Tamme Kastanje. De mens valt onder de Nog te Bedreigen Diersoorten, samen met de Knijn, waarvan het bestaan slechts vermoed wordt.
Het is zaak om per jaar tenminste één bedreigde diersoort uit te roeien om plaats te maken voor nieuw te ontdekken soorten. Het onderhoud van de fauna geeft Flora grote kopzorgen.
Dank veur deze uitleg,Clax!Ik ga hiereuver nadedenken en ben,dientengeveulge over een week bijde je terug..
Oh gunst nu ga ik tutoyomiseren...ik heup dat dit wel kan..
Krabt Stan zich achter z´n eur
Een reactie posten