Claxi en Alem

Deel 1. Claxi zoekt wat ze mist

Er was eens een prinses. Ze heette Claxima. Ze had alles wat haar hartje begeerde en nog veel meer. Ze had zó veel, dat ze niets meer begeerde. Ze wist niet eens wat het betekende, begeren. Ze zocht het op in Mijn Eerste Woordenboek. 'Wensen' stond er. Dat wist Claxima wel, wensen. Dat kon ze ook goed. "Uw wens is mijn wil, Hoogheid", had haar lakei eens gezegd. "Dat is ook toevallig" had ze geantwoord. Ze maakte er goed gebruik van. Zo had ze eens slagroom op haar chocolademelk gewenst en toen had de knecht snel een spuitbus gekocht bij de Plus en hup! een ferme dot schuim in haar kroontjesmok. Ze had de slagroom heerlijk opgelepeld, want de chocola had ze al lang op. Uitgestelde behoeftenbevrediging, daar had Claxi geen sjoege van. Hier en nu! Nee, wensen kon Claxi wel.

Toch knaagde er iets in de prinses. Omdat al haar wensen meteen vervuld werden, kon ze ook nooit tevreden zijn. Er ontbrak iets aan haar geluk. Maar wat? Ze had de lakei om mee te spelen en een hobbelpaard en plaspoppen. Ook zag ze haar vader de Koning af en toe, als hij in hun enorme paleis op weg was naar zijn concubine. Niet, dat ze begreep waar vaders voor zijn, maar hij was er toch maar, hij verbleef in de Westvleugel. "Onhandig." vond ze "Vader in de Westvleugel en de concubine hier in de Oost. Ze hadden dat ding beter ook in de West kunnen plaatsen, als hij daar zo vaak heen moet", mompelde Claxi. "Scheelt een hoop geschuifel".

Ze besloot de Koning eens tersluiks te volgen, als hij weer eens in zijn concubine ging werken. Die vrijdagavond stuurde ze haar lakei vroeg naar bed en wachtte achter haar slaapkamerdeur tot ze het geslof van vader hoorde. Toen hij voorbij was, piepte ze haar kamer uit en sloop vader achterna. 'Twee keer links en één keer rechts' probeerde ze te onthouden. 'En dan de tweede deur aan de rechterkant'. Voor vannacht was het wel genoeg avontuur. Morgen zou ze vader opwachten in het halletje voorbij de concubine.

Deel 2. Claxi schrikt

De volgende avond stuurde Claxima haar lakei nóg vroeger naar zijn kamer. 'Merkwaardig' dacht ze, 'hij lijkt maar al te graag vroeg naar boven te willen, net als de meid. Zoveel is daar toch niet te doen. Nu ja, misschien gaat hij met haar zitten kaarten. Of converseren. Of misschien laat hij haar zijn postzegelverzameling zien. Ach, hij doet maar.'
Ze pakte de kaars van tafel en begaf zich stilletjes op weg. 'Links links rechts' wist ze nog. Ze liep de deur van de concubine voorbij, verborg zich in een nis en wachtte. 'Brrrr' bibberde Claxi 'zal ik terug gaan om mijn hermelijnen kamerjas te halen? In dit dunne doorschijnende négligé is het wat killetjes.' Die kamerjas had ze van papá gekregen voor haar 16e. Heerlijk, en speciaal voor haar gemaakt. Helemaal van hermelijn en met een sneeuwvosje als kraag. Je kon hem tot aan je kin dicht doen door zijn staart tussen zijn tanden te schuiven en dan een klap op zijn bek te geven.

Ze kreeg geen tijd om haar hermelijn te halen, want daar hoorde ze het geschuifel van haar vader al. De prinses drukte zich zo dicht mogelijk tegen de muur. 'Pa zou toch wel naar de concubine gaan?' schrok ze eventjes. 'Straks ontdekt hij me hier nog.' Maar de koning ging naar binnen en sloot de deur achter zich. 'Arme man, dat hij nog zo laat moet werken'. Claxi wachtte nog even en schoof toen voetje voor voetje naar de deur. Voorzichtig deed ze de klink naar beneden. Nou moest ze hem niet van de zenuwen uit haar handen laten schieten. Geen geluid... Ze duwde de deur zo zachtjes als ze kon open en daar stond ze al binnen. Hé, niemand? Waar is vader gebleven? Ze liep stilletjes verder de kamer in en keek om zich heen. Hier was ze nog nooit geweest. Ze woonde ook pas 16 jaar in dit enorme paleis, maar verliet zelden haar kamer. Ja, een of twee keer per jaar ging ze naar het bordes om te leren wuiven. Wat zou ze ergens anders te zoeken hebben: ze had immers alles wat ze begeerde? Tot gisteren, toen ze ineens voelde, dat er iets ontbrak. Maar daarvoor was ze juist nu op pad, om uit te zoeken wát ze miste.

Oef! schrok de prinses. Er kwam geluid van achter een gesloten deur. Daar, aan de zijkant. Dáár was vader dus aan het werk. Voorzichtig trippelde - prinsesjes trippelen van nature, dat hoef je ze niet te leren - ze naar de volgende deur, drukte haar rechteroor er tegen en luisterde met ingehouden adem. Ja hoor, daar was het. Vader zuchtte en steunde, dat het een aard had. 'Moeilijk werk zeker, met zo'n concubine', bedacht de prinses. Nog voorzichtiger opende ze deze deur en duwde ze hem op een kier. Het gezucht en gekreun klonk nu veel luider. Ze zou papá eens ferm toespreken. Hij moest niet zo hard werken, daar had hij toch lakeien voor en zijn secretaris? Ze stak haar hoofd naar binnen en kon maar juist een kreetje onderdrukken. Daar lag de Koning op bed en nog wel in zijn blote billen! Zijn koninklijke kleren lagen helemaal niet netjes op de stoel, maar op de grond geslingerd, alsof hij geen bediende had. Nee, ze moest echt een hartig woordje met papá spreken, fronste Claxi haar wenkbrauwen.

Ze begon de kleren een voor een op te rapen. 'O, pa, zo kreukt je blouse toch en je broek en je beha en...' Van schrik liet de prinses alles weer vallen. Dat is toch voor meisjes, een beha, overwoog ze. Pa had zich vergist, zeker, of... Hé! Nóg een stem, een hogere. Ze keek weer naar het bed en schrok zich een kroontje. Er lag nóg iemand in, vast zijn secretaresse. Maar waarom lagen ze niet naast elkaar, het bed was toch groot genoeg? En nog allebei tegelijk moe ook van het werken met de concubine. Nog een tref, dat dat bed er stond. "Yes!" gilde de secretaresse. 'Ach, een Engelse', overwoog Claxi. Interessant! Nu ja, ik laat ze maar slapen, ik vraag papá later wel om haar aan me voor te stellen. Ze sloop zachtjes de kamer weer uit, maar net toen ze de andere deur open deed, hoorde ze een luide, bijna dierklijke brul uit het bijvertrek komen. "Graaaaaaa!1 Hevig geschrokken vloog ze de deur uit, rende met piepende muiltjes de gangen door terug naar haar eigen kamer en kroop onder het bed.

Deel 3. Claxi en de stalknecht

Bibberend lag prinses Claxima onder haar bed. Van de zenuwen begon ze te giegelen. Ze had nog nooit zoveel spannends meegemaakt. Het was vader geweest, die zo luid had geschreeuwd, dat had ze wel gehoord. Zou hij zijn teen gestoten hebben of wat anders? Ze kroop onder haar bed vandaan en ging er op liggen. Ze moest de koning helpen, maar hoe? Ze plukte aan haar tenen, ze krabde op haar hoofd, ze ging op haar zij liggen, op haar buik en weer op haar rug. Brrrr! Wat was het koud. Ze had ook nog steeds haar niemendalletje aan. Ze schopte haar muiltjes uit - gelukkig waren ze niet van glas - trok de dekens over zich heen en sloot haar ogen om eens diep na te denken. Dat was het! Ze zou advies vragen aan de lakei. Die was daar immers voor, advies.

Ze deed haar ogen weer open. Er scheen licht door een kier in de gordijnen. O nee! Ze was in slaap gevallen en nu was het al dag! Als ze maar niet te laat was voor haar wuifles. Over twee jaar zou ze 18 zijn en dan kreeg ze examen. Wuiven, schrijden, knikken. Nu kon ze nog alleen maar trippelen en giegelen, daar was ze zelfs goed in. En staatszaken, vergeet de staatszaken niet. Ze moest weten hoe rijk ze was en hoeveel ze kon weggeven, voordat ze alles weer terug moest vragen.
Claxi schoot haar kleren aan en haar schrijdschoentjes en ging op weg naar het wuiflokaal. Onderweg oefende ze alvast haar schrijden en wuiven. Wat ging dat langzaam, schrijden. Rennen was veel beter. Als ze koningin was, zou ze schrijden afschaffen. Iedereen zou moeten rennen. Wat zouden ze een plezier hebben! Voor de deur van het lokaal stopte ze even. Ja, vanavond zou ze naar de lakei gaan en hem om hulp vragen. Claxi streek haar kleren glad, ademde een keer diep en klopte aan. "Binnen" riep de wuifleraar.

Die avond, toen iedereen naar bed was, ging ze op pad. Ze had zich nu beter voorbereid. Ze had haar hermelijnen kamerjas aangetrokken en haar ijsberensloffen, gemaakt van echt ijsberenjong en ze had het nu heerlijk warm. Ze keek in de spiegel. Gossie, wat zag ze er mooi uit. Een echte prinses! Ze luisterde even aan de deur. doodse stilte. Ze deed zachtjes de deur open en stapte de gang op. De kamers van de bedienden lagen in het middengedeelte van het prachtkasteel. De deur tegenover het Bordes, die moest ze hebben. Ze had er het personeel vaak genoeg door zien verdwijnen. Ze sloop op haar tenen door de gang en slipte de deur door. Ze trok haar kanmerjas op en nam de trap naar boven. Als ze de goede kamer maar kon vinden!
Ze luisterde aan de eerste deur: Niets. Achter de tweede hoorde ze gespetter en geneurie. Dat was de badkamer, waar zo te horen de meid in bad zat te zingen. 'Ze moest eens weten!' kneukelde Claxi. Twee deuren verder hoorde ze stemgeluid en geschuifel. Ah, daar moest ze zijn. Toch...? Ze probeerde nog twee andere deuren. Nee hoor, ze had de juiste.
Claxi klopte aan. Ze hoorde een stem en hevig gestommel, alsof er iemand struikelde. 'Sorry!', mompelde ze. "Ogenblikje" zei de stem. Jeetje, wat duurde dat lang! Toen ging de deur open en verscheen de lakei. "O, ben jij het" zei hij. "Ja, ik heb je advies nodig" zei Claxi. Ze legde uit, wat ze de dag ervoor had meegemaakt. Hoe ze vader had gevolgd naar de concubine - de lakei kreeg een kleur - en hoe ze had gezien, dat vader in bed lag en zijn kleren verspreid op de vloer en dat zijn secretaresse ook in bed lag en dat vader plots een schreeuw had geslaakt en dat ze toen geschrokken teruggegaan was naar haar kamer.
Ze was bijna uitgesproken, toen ze een geluid hoorde, dat uit de richting van de kast leek te komen. "Hoorde je dat?" fluisterde ze tegen de lakei. "Nee, wat?" probeerde die nog, maar daar kwam de stalknecht al uit de kast. "Verontschuldiging" hijgde hij "maar ik stikte bijna." De lakei sloeg van schaamte zijn handen voor zijn ogen. Claxi vroeg zich af, wat de stalknecht in de kast deed. Laarzen poetsen, zeker. Maar het was daar toch veel te benauwd. Hij had alleen zijn onderbroek aan en toch was hij bijna gestikt. "Dat zijn toch geen manieren!" zei Claxi boos tegen de lakei. "Die arme jongen kan de laarzen toch ook gewoon beneden poetsen in het washok. Voortaan moet hij daar werken en niet in de kast. Dat is een bevel!" Gôh, dacht prinses Claxima "mijn eerste bevel. Koel!"

Deel 4. Maar stalknecht!

Claxi maakte genoeg mee voor een heel leven. Alleen had ze nog steeds niet gevonden wat ze miste. Er moest toch iets zijn? Zelfs een prinses heeft niet alles. Als ze nou wist wat alles was, kon ze tenminste gaan afstrepen. Ze pakte een ganzeveer en schreef:
Hermelijnen kamerjas: check!
IJsberensloffen van echt ijsbeer: check!
Mijn Eerste Woordenboek; check!
Pappa Koning: check!
Prins: ch...?
Hé, een prins had ze nog niet. Zou dát het zijn? Zou ze die nodig hebben? Waar is een Prins eigenlijk voor? Wat doe je d'r mee? Mamá had er wel eens over verteld, toen Claxi klein was. Zo'n Prins, die kuste je en dan werd je wakker na 100 jaar of zo. 'Nee, dáár heb je wat aan' overwoog de prinses 'A. ben ik pas 16 en ik ben al wakker en B. Als ik slaap, wil ik slapen en niet gewekt worden door een wildvreemde. Daar heb ik al een lakei voor.'
Nee, zo een Prins hoefde ze niet. Wat zou een echte Prins nog meer doen? Daar moest Claxi zien achter te komen. Aan wie kon ze dat nou eens vragen? De lakei? Ze was een beetje geschrokken toen ze hem ging opzoeken laatst. Met die arme stalknecht, in zijn onderbroek. En in alle commotie had ze niet eens uitleg gekregen, laat staan advies, waar ze toch eigenlijk voor kwam. De secretaresse? Die had ze maar één keer gezien, toen ze op zoek was naar de concubine, en dat nog niet eens goed, omdat de Koning bovenop haar lag. Wat haar er aan herinnerde: ze moest ook nog uitzoeken, waar en wat die concubine nou eigenlijk was. De Koning dan misschien? Zou de Koning weten wat een Prins was? Nee, de Koning kon ze beter eerst naar de concubine vragen. 'First things first' zei haar wuifleraar altijd. 'Eerst leren wuiven en dán pas kiezen of je naar je toe wuift, zoals je grootmoeder, of van je af, zoals je moeder.' Nee, het was beter om het aan de lakei te vragen. Die kende ze goed en bovendien moest die alles doen, waar Claxi om vroeg. Dat had papá zelf gezegd. Naar boven dan maar weer?
Ze zuchtte eens diep. Naar boven! Ze trok haar hermelijntjes weer aan en haar ijsbeertjessloffen en ditmaal nam ze ook de witte ganzeveer mee en een vel perkament voor als ze iets moest opschrijven. Ze nam niet eens meer de moeite om te sluipen. Ze kwam toch nooit iemand tegen. Oef! Ze had haar beide handen nodig om de trap op te kunnen. Ze stak de veer in haar haar en het perkament in haar decolleteetje. 'Jeetje, beetje moeilijk om een enigszins elegant de trap op te lopen!' Hè hè , ze was er.
"Iiiiiiiiiiiiiiie!" gilde ze. Er schoot iets voor haar langs door de gang. Muis! Twee deuren schoten open. De stalknecht en de lakei stormden uit de ene, de Koning en de meid uit de andere deur. "Wat? Wat is er?" brulden ze in koor. "Daar!!!" bbbibberde de prinses. De vier keken en keken, maar zagen niks. Het arme dier - heviger geschrokken dan het koninklijk huishouden - was al lang door een kier verdwenen naar de zolder, waar hij woonde. "Aaaaaaaaaaa!!!" gilde Clax en nu wees ze op de knecht. "Bloot! Geen kleren! Aaaaaaaaa!!!...Oooo! Mmmm", kalmeerde ze langzaam. "Allemaal naar binnen" nam de Koning het heft in handen. Dat was weer eens wat anders dan de hele dag met de scepter te jongleren. ('Gejongleerd, oud gedaan' grapte de Koning altijd en elke keer weer lag de hele hofhouding op de vloer van het lachen)."Mee!" zei hij, zelf ook een beetje geschrokken. Ze gingen naar haar kamer.
Claxi ging op haar bed zitten en de Koning in de luie stoel. Het leek haar maar het beste om alles op te biechten. Ze had ook weing keus. "Alles opbiechten" beval vader. "O, papsi" begon Claxi. "Don't you papsi ME!" Zei de koning streng. Meer omdat hij ook óp was van de zenuwen, dan uit echte boosheid.

Deel 5 Claxi komt er achter

"Vertel eerst maar eens, wat je daarboven deed. Daar woont personeel, geen prinses. Jij hebt toch je eigen prachtkamers?" "Ja, maar ik was op zoek naar wat ik mis" fluisterde Claxi. "En ik kan maar het niet vinden en toen ging ik het boven vragen aan de lakei en toen zag ik een muis en toen schrok ik me de...toen schrok ik zo erg en toen moest ik gillen en...". "Ja, ja, de rest weten we wel" antwoordde de Koning. "Wat zei je nou? Op zoek naar wat je mist? Maar je hebt toch alles?" "Ja, dat dacht ik ook, maar ik voelde, dat er nóg iets moest zijn"
Ze vertelde van haar speurtochten en van de eerste keer, dat ze naar boven was gegaan en hoe ze gedacht had, dat het misschien de concubine was, die ze miste en dat ze er naar op zoek was gegaan en dat ze er dicht bij was geweest, maar geschrokken was van een luid gebrul. "Wat is toch die concubine, vader? je moet er zo vaak 's-avonds werken. Misschien moet ik er ook een." De Koning moest even nadenken en begreep ineens wat zijn dochter bedoelde. Hij begon onbedaarlijk te lachen en hield niet meer op. "De co... hahahahahaha, de conc... HAHAHAHAHA!!!, de... HOHOHOHOHOHO!!!" Van de weeromstuit schoot Claxi ook in de lach. "Hihihihihhii. HIHIHIHIIHIHIHIHI!! Hèhèhèhèhèhè!!!" "Kom mee" zei de koning en nam zijn dochter bij de hand. 16 jaar! Ze moest de dingen nou maar eens weten. Links links rechts. Claxi wist wel waar dat heen ging. Eindelijk zou ze de concubine zien. Zou ze er iets aan hebben? Zou dat zijn wat ze miste? De Koning klopte ferm op de deur en ging naar binnen. Daar zat de dame, die ze eerder had gezien. Nou, gezien... Eerder vermoed, want de Koning lag bovenop haar zuchtend en steunend uit te rusten.
"Mag ik je voorstellen: Annie freule Trudh van Draeckesteijn tot Oosterflijer (spreek uit '-flier'). Mijn concubine. Annie: prinses Claxima." Annie stond op. "Hoogheid!" zei ze beleefd en ze maakte de mooiste révérence, die Claxi ooit gezien had. Claxi stak haar hand uit... en viel flauw.

Deel 6 Claxi komt bij

Langzaam ontwaakte Claxi uit haar flauwte. De Koning en Annie zaten nog flink na te gniffelen. Hij had zijn concubine in geuren en kleuren verteld, wat Claxi allemaal had meegemaakt en hoe ze in de personeelskwartieren op zoek was geweest en daar vreselijk was geschrokken van een muisje en dat het hele personeel op haar gegil was afgekomen. De stalknecht zelfs naakt! 'Oef!' slaakte Annie een beleefd kreetje.
"A! Daar ben je weer." zei de Koning opgewekt toen hij zag, dat Claxi was bijgekomen. "Mooi gedaan, hoor!" Want elegant flauw vallen is nog een hele kunst, die de meeste prinsessen pas op latere leeftijd onder de knie krijgen. "Neem me niet kwalijk, freule..." "Onzin", baste de Koning. "jullie noemen mekaar bij de voornaam: Annie en Claxima" "Vice versa", voegde hij er aan toe en moest daar zelf vreselijk om lachen. Helaas was er geen personeel om met de Koning mee te lachen. Want daar hield hij nogal van, meelachend personeel. Het kwam zelfs voor, dat ze daarvoor spontaan een extra goudstuk kregen. "Wel eerlijk delen, hoor!" zei de koning dan en moest ook daar weer onbedaarlijk om lachen.
"Claxi, Annie hier gaat je alles uitleggen. Over concubines en over stalknechten en bloemetjes en bijtjes". 'Bloemetjes en bijtjes?' peinste de prinses 'Wat valt dáár nu over te leren? Dat gaat over bevruchting.' Dat had ze al lang gehad, bevruchting, Bijtje schuurt over een bloemetje, verhuist naar een ander bloemetje en veegt daar alles weer aan af. Dan komen er nieuwe bloemen. Niet alleen bijtjes, dat wist ze wel. Ook hommels en kolenbrie's.
De koning vertrok. Ze hoorden hem opgewekt fluitend door de gangen huppelen. Nou zeg, díe was tevreden! "Freule - pardon - Annie, ik weet al van die blommekes en zo" "Ja, maar nog niet van de prinsjes en van de prinsesjes en de koninkjes en hunne concubientjes. Luister..." Annie begon en Claxi luisterde en reageerde: "Ja...ach...o ja?...wát?...nounou...Annie!...Annie!!...Annie!!! Dus de stalknecht...nee,paarden ook?...ja, bijen, dat wist ik wel...O, met elkaar? En jij en de Koning? En de Koning met de Koningin? Dan ben ik de enige, die niet...Dan denk ik dat ik wel weet, wat ik mis." Ze moest op zoek naar een geliefde. Ze kon niet weten, hoe gauw er zich al iemand zou melden.

Deel 7 Claxi en het witte paard.

Claxi zat wat beschaamd te mompelen in haar kamer. Concubine... Ze was in de war geweest met een secretaire. Daar werk je achter. Met een concubine doet de koning allerlei onsprekelijks. Nou ja, onsprekelijk: Annie freule Trudh van Draeckesteijn tot Oosterflijer (spreek uit '-flier'), de koninklijke concubine, had haar nu alles verteld. Alles! Eerst had Claxi een hoofd als een boei gekregen, maar ze was het steeds interessanter gaan vinden. Dus dáár komen de kindjes vandaan en zó gaat dat. Ze herinnerde zich de avond, dat ze geschrokken was van die muis en dat ook de stalknecht zijn kamer (nou ja, die van de lakei) uit kwam, met helemaal niks aan! Toen had Annie de prinses ook uitgelegd van de stalknecht en de lakei. Maar daar komen dan geen kinderen van. Alleen dolle pret. 'Dat wil ik ook wel, dolle pret', dacht Claxi. Maar hoe? Annie werd ervoor betaald en rijkelijk ook. Kost en inwoning Plus, zeg maar. Maar voor een prinses was een prins beter, had Annie gezegd. "Je moet een prins zoeken. Ik zal eens met de koning overleggen." "Zie je wel! Een prins, ik wist het wel!", had Claxi opgewonden geroepen. "Maar wel een echte, geen sprookjesprins." Dat waren altijd van die slapjanussen met een wit paard en een maillot aan. Nee, een stoere koele prins, die in bomen kon klimmen en hardrijden-te-paard en zwemmen en zo.

Claxi hoorde geklipklep op de binnenplaats. Een paard, maar niet het hare, die zou ze herkennen uit duizenden. Haar eigen paard was een roodvos, hoewel hij niet rood was en geen vos. Gewoon bruin en een paard. Ze liep naar het raam en keek naar de binnenplaats. Heremepietje! wat een mooi paard. Helemaal wit. Hij werd naar de stal geleid door een knecht. Nou zeg, die had zich wel eens eerst kunnen wassen, voordat hij op het prachtpaleis op bezoek kwam. Claxi stormde, struikelde bijna de trap af en rende de cour op. "Stop eens, jongen. Van wie is dat paard?" "Van prins Alem" antwoordde de knecht verlegen. Zo'n mooi meisje had hij nog nooit gezien. Hij kon ook niet weten, dat ze een prinses was. "Prins Alem? Nooit van gehoord" zei Claxi streng. "Waarom zie je er zo vies uit? Bah!" mopperde ze. "Ik ben gevallen, klaagde de staljongen "Vandaar. Ik kom me hier opknappen." "Mooi paard" zei de prinses om hem gerust te. stellen. "Een merrie." 'Ja, dat zie ik ook' dacht Claxi 'Ik weet er alles van.'
Maar ze zei "Ik heb ook een paard. Een hengst. Een roodvos." Ze nam het witte paard bij de teugel en bond haar vast. "Kom!" zei ze. Dat klonk niet als een verzoek, dus de jongen volgde haar de stal in. "Kijk!" "Wat mooi" zei hij. "Hoe heet hij?" "Heet hij?" verbaasde Claxi zich. "Hij heeft geen naam. Niemand heeft hier een naam, behalve Annie freule Trudh van Draeckesteijn tot Oosterflijer (spreek uit '-flier')" "Iedereen heeft toch een naam?" "Niemand bij ons. We mogen geen naam hebben van de koning" "Ik dacht, dat hier een prinses woonde, die Claxima heet". Claxi lachte in haar vuistje. 'Hij heeft niks in de gaten' besefte ze. "Dat is eigenlijk geen naam" legde ze uit "zo wordt ze genoemd omdat ze altijd met haar paard bezig is. Klippedieklak, snap je?" "Oh. Kan ik me ergens opknappen?" "Kom maar mee" Claxi bracht de staljongen naar de wasruimte voor het personeel. "De lakei legt wat schone kleren voor je neer. Ik wacht wel bij het paard."

"Jeejtjepietje!" liet Claxi zich ontsnappen, toen de jongen weer naar buiten kwam. "Dat ziet er anders uit!" eigenlijk dacht ze 'Godsklere, wat een brok!' maar dat zegt een prinses niet. "Ik heb je paard geborsteld en ik heb haar water gegeven. Wat een schatje!" "Dank je" zei de jongen, aannemende, dat ze het paard bedoelde. "Kan die prins Alem van jou goed rijden?" "Nou en of", zei de jongen bewonderend. "Hij kan heel hard rijden en ook boomklimmen en zwemmen". 'Hé' dacht Claxi 'misschien is die wat voor mij. Hij en ik zouden eens samen moeten gaar paardrijden. Moest ik maar eens aan Annie vragen.' "Nou, ik moet weer weg. Dank u, dat ik me mocht opknappen." zei de jongen en hij sprong op het paard. "Geen moeite. Hoe heet je eigenlijk?" "Ik ben prins Alem" lachte de jongen en hij gaf zijn paard de sporen.

Deel 8 Claxi en Alem

Stampvoetend van woede bleef Prinses Claxima achter. "Oeoeoeoe! iiiiii! grrrrrrr!!!" krijste ze. Had die prins haar nou voor gek gezet? Maar mag dat wel, een onschuldig prinsesje pesten? Annie kwam naar buiten gerend. "Wat is er, wat is er?" "Mmmmmm!!!" hield Claxi een paar vloeken binnen. Gelukkig maar, want ze kende helemaal geen vloeken. Nooit geleerd en in Mijn Eerste Woordenboek staan ze niet. Ze vertelde Annie wat er gebeurd was. "Hij beweerde, dat hij Prins Alem heette. Hij zette me voor aap met de korte achternaam." Maar Annie riep: "Ach! Dat ik daar niet aan gedacht heb. Prins Alem." Die zou een uitstekende kandidaat zijn voor de prinses, dacht ze. "Claxi, dat moet een misverstand geweest zijn. Er zit geen kwaaie haar op die jongen zijn hoofd." "Hij had anders genoeg haar op zijn hoofd" mopperde Clax nog boos "van die lange blonde wapperende..." herinnerde ze zich dromerig.
Annie vertelde alles over de prins en zijn geslacht, dat nog afstamde van Karel de Grote. Alems' voorouders waren echte bourgondiërs en kwamen uit Bretagne. Nu waren ze groot in Cider en Brie. Soms een ietsje té groot zelfs. Opa had nog eens onder invloed van die appellekkernij per ongeluk een menhir omgeduwd. Die was tegen een andere aangestoten en zo verder. 17 waren er omgevallen. Wat een gedoe was het geweest om alles weer in de goede volgorde terug te zetten!
"Ik zal hem eens uitnodigen" besloot Annie "Je zal hem vast aardig vinden". "Ken jij hem dan?" vroeg Claxi verbaasd. "Maar zeker. Ik kom af en toe bij zijn vader." Waarom kent iedereen elkaar toch? overdacht de prinses. Ik ken niemand. Alleen de mensen, die in het prachtpaleis woonden. "Je zou eens wat meer uit moeten gaan." stelde Annie voor, alsof ze Claxi d'r gedachten had gelezen.
Een paar dagen later verscheen Annie in de privévertrekken van prinses Claxima. "Kleed je mooi aan, want prins Alem komt straks." "Ojee, ojee, ojee, ojee, waar zijn mijn prinsessenkleren?" panikeerde Claxi. "Ik zoek wel wat geschikts voor je uit. Wit, neem ik aan?" "Ja, hèhè" schamperde ze zenuwachtig "van top tot teen". "Sluier?" "Alleen diadeem. Ik wil er een beetje sportief uitzien." De bel ging. "Oooooooo, daar istie al Vlugvlugvlug!" Drie uur later stonden ze beneden in de Grote Ontvangstzaal. "Vind je het niet té?" vroeg Claxi. "Nee hoor, dat kan hij wel hebben" zei Annie vermoeid. "Hij is wel wat gewend." De fanfare klonk al en daar verscheen de prins, eveneens in half ornaat, zoals Annie hem stiekum had aangeraden.
"Prinses Claxima, mag ik u voorstellen: Prins Alem Willexander van Gheel Biester en Lippenfeldt tot Verin Teutonië (geen familie) uit Frankrijk." Zei Annie plechtig. Prins Alem neeg en kuste Claxi d'r hand. Hij glimlachte breed, sprak en zeide: "Prinses: met de meeste nederigheid bied ik u mijne weelgemeende verontschuldigingen aan voor mijn gedrag bij onze eerste ontmoeting. Zoudet u mij willen vergeven?" 'Zoudet?' waar heeft hij dát opgedaan, dacht Claxi, maar ze zei: "Het is u vergeven. Het was vast een ongelukje." Gods Kleren, dacht Claxi, kunnen we nou gewoon gaan doen? "Kom! We gaan naar de paarden." Ze greep Alem's hand en trok hem de ontvangstzaal uit. Samen renden ze naar de stal. "Pak een peen" riep ze vrolijk. "Wat?" zei prins Alem. "Je weet toch wel wat een peen is?" "Wat?!" "Daar: in die bak. Pak een wortel." "Ach" zei de prins opgelucht. Het ging hem allemaal wat te snel. Hij zou allervietst die taal beter moeten leren, anders gingen er nog ongelukskes gebeuren.

Deel 9.. Claxi en Alem

Samen voerden ze de paarden een wortel. "Zullen we gaan rijden?" stelde Claxi voor. "D'accord." antwoordde Alem. "Wat?" "OK, bedoel ik." Ze zadelden zelf de paarden. Claxi haar roodvoshengst en Alem zijn spierwitte merrie. "We moeten jouw paard een naam geven" stelde Alem voor. "De mijne heet Josée de Rochebrune d'Amérique, maar ik noem haar Gossie." "Hoe zullen we de mijne dan noemen?" peinsde Claxi. "Hij is een roodvos. Zullen we hem Rossie noemen?" "Gossie en Rossie. Ja, ja, ja" juichte Claxi. "Kan je wel rijden in die jurk? Moet je niet iets anders aan?" "Nee, onhandig. Drat! Weer helemaal naar boven...wacht. Draai je om." "Wat?" "Tournesol ofzoiets" zei Claxi, maar Alem had het al begrepen. Hij draaide zich om en Claxi trok haar jurk uit. Ze had er genoeg onder aan en wit zou het allemaal toch niet blijven met dat gerij. "Zo. We kunnen." zei ze blij en ze klom op haar Rossie. Alem sprong op Gossie ('koel' dacht Claxi) en daar gingen ze.
Rustig stapten ze het plein af en naar buiten het veld in. "Kom op!" riep Claxi en ze gaf Rossie de sporen. 'Die kan rijden!' dacht Alem bewonderend en hij stoof achter de prinses aan. Boven op een heuvel hielden ze halt. "Kijk" zei Claxi "dat hoort allemaal bij het prachtpaleis" en ze wees op de bossen in de verte en op het meer en op het bijpaleisje. "Ga ik wel eens naartoe als ik alleen wil zijn." 'Weet ik' dacht de prins en bijna zei hij het hardop. Hij was wel eens door de bossen gewandeld en toen had hij de prinses in het paleisje gezien. Hij was niet toevallig op het prachtpaleis verzeild geraakt die keer dat hij 'gevallen' was. Maar er was nog tijd genoeg om dat Claxi te vertellen. Later, later.
Ze draafden naar het meer, sprongen van de paarden en gingen aan de oever zitten. Claxi trok haar schoentjes uit en spetterde haar voeten in het water. Ze liet zich achterover vallen en sloot haar ogen. "Heerlijk, die zon op mijn gezicht" genoot ze. 'Heerlijk, die zon op haar gezicht.' zag Alem 'en op haar lijfje en op haar benen en zo.' Hij boog zich zóver voorover, dat zijn schaduw op Claxi d'r hoofd viel. Ze opende haar ogen en glimlachte. 'Gods Kleren!' dacht Alem en hij kuste de prinses op haar wang. Claxi legde haar handen onder haar hoofd en giechelde: "Nog een keer!" Alem deed er nog drie, steeds dichter bij haar lippen. Hij stopte, maar Claxi zei: "Nóg, nóg". Alems' lippen raakte net de hare, maar hij gilde ineens: "Kijk! De paarden!" Claxi schrok zich een kroontje en keek om. 'Hemeltjelief, hij heeft een extra been' gniffelde ze van binnen. Ze was immers pas nog terdege voorgelicht door Annie, de concubine van de koning. Rossie liep om Gossie heen, snoof hier en daar eens en besprong toen de spierwitte merrie. "Die zijn sneller dan wij" liet Claxi zich ontvallen en ze liet er een "Oeps" op volgen.
Toen de dieren gereed waren stond Rossie wat dromerig te kijken en Gossie had zowaar een kleur gekregen. "Een blozende schimmel." wees Claxi, "Wat schattig!" Ze keek naar Alem, die op zijn buik lag en die net zo hard bloosde. "Zullen we gaan zwemmen?" stelde ze voor en ze sprong in het water, kleren en al. "Goed" zei Alem, die vermoedde, dat het koude water hem goed zou doen. Hij gooide zijn jasje uit en sprong Claxi achterna. Ze poedelden dat het een lust had. Alem raakte wat bekoeld. De paarden graasden alsof er niks gebeurd was. 'Weinig ceremoniëel' bedacht de prins, die al lang van de bloemetjes en de bijtjes had geleerd. "Hé, zullen we naar het bijpaleis gaan om te drogen?" riep Claxi enthousiast. Ze liep het water uit om naar het paleisje te lopen. Haar kletsnatte witte kleren strak om haar lijf geplakt. "Niet veel te raden over" hijgde Alem. Hij stapte ook uit het meer, pakte zijn jas en liep de prinses achterna.

Claxi plofte op de schommelbank en gaf een mep op de plek naast haar. "Zit!" zei ze tegen de prins, die lachend naast haar ging zitten. "Hehè, dat is me wat!" "Nou..." was Alem het met haar eens.
"Even wat water drinken" zei Claxi en ze liepen naar binnen. In het midden van de hal stond een klaterend fonteintje, waaruit ze allebei heerlijk fris water dronken. "Zal ik je de rest laten zien?" "Wat?!" schrok Alem. "De rest van het bijpaleisje, wat dacht je dán" zei Claxi. Alem zei niet, wat hij dacht, maar volgde de prinses de trap op. Daar waren drie kamers en een flinke badkamer. In twee van de kamers stond een bed en de derde was een soort studeerkamer. "Je zou hier zó kunnen wonen" zei Alem. "Van alle gemakken voorzien", zei Claxi. "Kijk, hier is een bordes. Ze opende een deur en ze kwamen uit op een groot balkon, warmgeschenen door de middagzon. "Kijk, de paarden." Gossie en Rossie waren de twee gevolgd en stonden vredig te grazen. "Wacht, zetten we banken buiten." Ze sleepten 2 rustbanken naar buiten en zetten ze tegen elkaar. Claxi plofte neer, maar stond meteen weer op. Ze aarzelde even, keek naar de prins en dacht: 'Ach, dat vindt hij vast niet erg' Ze trok haar hemd en haar onderrok uit en spreidde ze uit over de vloer. "Zo, kunnen ze lekker drogen. Leg je hemd en je broek ernaast, Alem. Zijn ze in een uurtje droog." Alem keek verbijsterd naar Claxi, die nu alleen nog een beha aan had en een onderbroek en die languit op de bank ging liggen. 'Kan dat wel?' vroeg hij zich af, maar niet lang. 'Ze vraagt het me zelf, toch?' Hij trok zijn hem en zijn broek uit, legde ze zorgvuldig op de vloer en ging naast Claxi liggen. "Ja, zijn ze zó droog" zei hij, om toch íets te zeggen. "Zoen me nog eens" vroeg Claxi. 'O ja, daar waren we gebleven' herinnerde Alem zich. Hij draaide zich op zijn zij en kuste Claxi op haar wang. Ze zei niks en wachtte op de volgende. Alem kuste haar nog eens op haar wang en nog eens en toen zachtjes op haar mond en nog eens en nog eens en Claxi kuste hem terug en weer en weer en... Ach, lezer, u weet hoe het afloopt. Nog vóórdat de uitgespreide kleren goed en wel droog waren, hadden de twee elkaar tot wederzijdse tevredenheid leren kennen.
Ze besloten samen te gaan wonen en trokken in het bijpaleis in. Later, als de Koning zou aftreden, zouden ze in het prachtpaleis gaan wonen en daar nog lang, maar gelukkig leven.

Hé, een olifant. Het verhaal is zeker uit...

25 opmerkingen:

Anoniem zei

Lieve (meneer(!!)) Clax,Hier FiFi Uw "Secretaresse"':De "Heer"(hAhA!!)Stan heeft de volgende dringende boodschappen op mijn schootje gelegd,naast nog 'n ander ding..:
-Terugbellen Spielberg ..filmrechten.
-Terug mailen
Pablo Ulitzer..iets met 'n prijs
-bellen Hrhiney Carl Gustaf te Z.iets over Nobel
-Terug bellen
Heer Grimm ivm "Plagiaat"(spel ik dat zo goed??)
Tot morgen ,dan " werken" (hihihi!!) we weer verder..
Oja ;wilt U aan de "Heer"Stan zeggen om me ook eens ergens anders te knijpen ,ik moet er ook nog op zitten ja!!??

Kusj...oops:(ik bedoel) Ajuu FIFI.

Anoniem zei

het lijkt mij niet onverstandig om Claxi tot haar 21ste onder het bed te laten liggen!
Of misschien kan Vader buitenshuis gaan werken?????

jususje

Rob Baars zei

FiFi:
- Wil je Spielberg vragen, wie hij zich voortselt in de hoofdrollen?
-P. Ulitzer: prijs is nog niet bekend, waarschijnlijk 17,95 euro per DVD.
-Carl G. te Stockholm mailen: Stuur maar op.
-Grimm Ja, dat spel je goed.
-tav Stan: Knijp ook eens in de voorgevel.

Doepie, ik lik, pardon, zie je straks.

Rob Baars zei

Jususje:

Arme Claxi. Ze is nog zo naïef en argeloos. Ik zal haar met eigen hand moeten beschermen tegen zichzelf en de boze anderen.

Helaas moet de Koning altijd thuiswerken. Hij heeft geen Gouden Koets (zelfs geen houten dito).

Martin zei

Deel 4: Clax zwanger...?

Gij schalk!

Martin zei

Ik bedoel uiteraard: Claxi zwanger...
(een mens wordt oud)

Anoniem zei

stalknecht: is dat het hulpje van de inbreker??, sprak jususje alert!

Rob Baars zei

jususje: het is het EX-hulpje van de inbreker. Of het hulpje van de ex-inbreker of zo. Anders was het steelknecht trouwens.

Anoniem zei

`"Dont you Papsi me "zei die streng...hoezo STRENG???WTF !!!??;HIJ is de aen stichter van al dit vieze ,dit onzegbare...wat er ter Paleize plaets heeft gefunden loopt ie op Goldhdi...oops seurry, Claxima te schelden...'t kind weet van niets,helegaar niets..zo grun als een blaadje...stuur haer dus maer eens bij mijde langs veur een zeer benodigde update..
Kwijlt Stan reeds

Rob Baars zei

Ha neen! De Koning was geschrokken en daardoor wat bits. In deel 5 is alles alweer goed gekomen.

Anoniem zei

Is Annie soms van beiderlij zijden bespeelbaer..??

Ja ik suggerencueer maer wat.mijmert stan heupvol.

Rob Baars zei

Neen, Annie freule Trudh van Draeckesteijn tot Oosterflijer (spreek uit '-flier') is gewoon een recht(ge)schapen dame van Koninklijk plezier, die onze Clax de voorlichting geeft waar dat iedere adel-lescent recht op heeft. En ziet: in hoofdstuk 7 heeft het meteen al gevolgen. Het is een wonder!

Anoniem zei

"Prins Alem" he?'K durf te wedden da'k 'k z'n achternaem weet...

Zegt Stan slimzijnd

Rob Baars zei

En, SlimStan? Had je het goed? (grinnik...)

Anoniem zei

Nede dus!!´K dacht:"Machtigh"

Verontskuceert Stan zichzelve in 't geheel niet verlegen.

Tilly zei

Alem-spreek uit AAAAlem- ligt in de buurt van Rossum, dat weer in de buurt van Zaltbommel ligt, dat weer in de buurt van Bruchem ligt, dat weer in de buurt van Brakel ligt en zo naderen we langzaam maar zeker Slot Loevenstein. Dus misschien is het wel Prins Alem van Rossum tot ? Dan ga ik hem zoeken.
je-zus

Anoniem zei

Is het niet wat voorbarig van Annie om Claxi in dit stadium reeds in te lichten over het geslacht van prins Alem???? Dat vraag ik u af!!


jususje

Rob Baars zei

Ach Estan:
Alemmachtig had gekund, maar men moet ook in een sprookje de waarheid vertellen en nix zelf verzinnen. Alem had nou eenmaal die lange naam.

Rob Baars zei

Ach me-zus:
Dat wordt door ons sprookje een bedevaartsoord, let op mijn woorden.

Anoniem zei

Waerom mag La Princessa het geslacht van den prins niet onder eugen zien....dit is 2011 ja!!Eens krijgt ze ´t toch in handen...om over andere plaetsen maer niet te spreken...

Streeft Stan veuruit..

Rob Baars zei

Rustig rustig, dames en heren! Ze zijn toch op weg naar de paardenschuur. Wie weet, wat ze daar gaan doen? Ros kammen? Zou kunnen. Als het mooi weer is, kunnen ze ook de hooiberg opzoeken.

Anoniem zei

Maej Maej, Clax zo KAN het toch niet eindigen!!??'K dacht euven aen ene cliffhanger(Waer ik euven euver uit wilde wijden,d'r waer vruuger ene Britse zanger genaemd Cliff en die was toch wel heumeusueel,en daer blijven mannen regelmaetig aen hangen,aen de daerveur bestemde uutstulping ,ergeu:"cliffhanger")
kun je 't nog volgen , Clax?

Ook toende de Prins d'acceurd zeide ,dacht ik nog:Ha !!Op zijne Fransch!!Maer nede,U laet ons lezers wel te dreugen hangen met dit slot...kan er gene deel 9a geschreven weurden??

Versuggerueert Stan,mijmerende

Martin zei

En...? Leefden ze nog lang en gelukkig? Kregen ze een treunopvolgher..? Was die net zo dom en opppervlakkig als een hier niet nader te noemen kreunprinsch? Nog te veel vragen zijn onbeantwoord gebleven, om ons - arme lezers - aan ons lot over te laten...

We want more!

M.

Rob Baars zei

Ik zou natuurlijk in de veelbesproken bosjes kunnen gaan hangen met een telelens van hier tot net voorbij Tokyo en onverbloemd verslag uitbrengen van wat ik allemaal te zien krijg. Die Claxi, die lijkt me nogal van God los, sinds freule Annie haar heeft voorgelicht.

Anoniem zei

Hopelijk gaan Claxi en Alem met de tijd mee en lopen ze nu slechts gekleed in minibikini en dito tangaatje door de bosjes. Scheelt een hoop uitgekleed!
Voor de rest zeg ik: er moet nog wat te raden blijven.
Mijn complimenten aan de schrijver van dit ontroerende sprookje. Jammer van die olifant met z'n irritante slurf!!!!!

jususje