donderdag 23 juni 2011
Kijk nou!
Dat bedoel ik nou. Ten onrechte niet tijdig uitgeroeide diersoorten. Een vis met een glazen bol, waarin zijn ogen bungelen. Nee, die plekken voor op zijn kop, dat zijn geen ogen, dat zijn neusgaten. Ik verzin het niet. Nou kijken sommige mensen (m) ook met hun neus, maar die zien nix. Kijk je in deze glazen bol, dan zie je niet de toekomst, maar het verleden. Als ik hem onder water zou tegenkomen, dan zou ik hard schreeuwen "BLUB!" en snel wegzwemmen, want ik houd niet van onder water. Het ding heeft ook een naam: Barreleye fish of in het latijn: Macropinna microstoma. Uitslover.
maandag 20 juni 2011
De drie kikkers.
Ach! Zaten er ineens drie kikkers in mijn hoofd.
-"Waar komen jullie vandaan?" vroeg ik verbaasd.
-"Van de waterkant" zei er een.
-"Uit de sloot" een ander.
-"Onder de modder vandaan" zei de derde.
-"Wat?"
-"Uit de modder. Hors-saison droogt de modder op en zit ik vast. Als de regens vallen, wordt de modder weer zacht en kom ik los"
-"Jôh!"
-"Dat gaat al jaren zo. Eéuwen. Dat moet zo."
-"Moet zo? Als ik onder de blubber zit, is het een ongeluk. Nooit vrijwillig. Die zijn er ook, die vrijwillig in de modder gaan liggen. Die denken, dat ze er beter van worden, maar dat heeft met de modder niks van doen. Het zit tussen de oren."
-"O ja, dat is bij mij ook altijd" zei nummer drie. "Tussen de oren. Er ín zelfs. Maar dat spoel je er zo weer uit.'
Ik liet het maar zo. Ik had geen zin om het uit te leggen, van 'tussen de oren'. D'r zit wat of d'r zit niks.
-"Hoe komen jullie eigenlijk in mijn hoofd?" vroeg ik.
-"Door je oor" zei nummer een.
-"Door je neus" zei nummer twee.
Nummer drie bleek door mijn keel te komen. Dat gebeurt wel vaker, een kikker in mijn keel. Of een brok. Bij mooie muziek of sentimentele film of zo. Maar oor of neus...
-"Wat dóen jullie trouwens in mijn hoofd?"
-"We komen je redden."
Ik wist niet eens dat ik in gevaar was en redding vereiste.
-"Ben ik in gevaar dan? Dat ik redding vereis?"
-"Ja. We komen je redden van het donker. Het is veel te vaak veel te donker in je hoofd"
-"Vind je het gek? Met dit weer? Gebrek aan licht, dát is het." zei ik knorrig. "By the way, hoe weten jullie dat, van mijn hoofd?"
-"En aardbeien." zei twee.
-"Wát?" riep ik tegelijk met de twee andere kikkertjes.
-"Aardbeien helpen ook tegen de duisternis. En vitamine C en vette vis."
Kikker een wees op zijn voorhoofd. 'Niet helemaal van dattum', dacht hij. 'Kan nog geholpen worden met een totale lijf-en-geest-transplantatie'.
-"Ik vroeg: hoe weten jullie dat mijn hoofd af & toe verduistert?" herhaalde ik mijn vraag.
-"We zijn gestuurd."
-"Door wie?"
-"Doetternietoe. We komen voor je zingen en dansen. Maar geen polonaise, want daar zijn onze armpjes te kort voor."
-"Nou goed dan." Zoiets had ik nog nooit meegemaakt, kikkers, die voor je dansen. Jullie wel?
Maar ja, baat het niet, dan schaadt het niet. Toch? Als het maar niet de vogeltjesdans is of de Meistersinger van Wagner. Verder kan ik wel wat hebben. Daar gingen de kikkerbeentjes van de vloer op een zelfgekwaakte melodie, die iets weg had van 'Hai, Pippi Langkous, tollehee enzo...' Mijn tenen begonnen mee te dansen en ik moest zelfs onweerstaanbaar meeklappen. Zachtjes, dat wel. Als de buren dat zien... Ik werd er vrolijk van en ook de zon ging weer schijnen. Of andersom, dat weet ik niet meer. Het kikkertrio danste langzaam het beeld uit.
Merkwaardig, niet?
-"Waar komen jullie vandaan?" vroeg ik verbaasd.
-"Van de waterkant" zei er een.
-"Uit de sloot" een ander.
-"Onder de modder vandaan" zei de derde.
-"Wat?"
-"Uit de modder. Hors-saison droogt de modder op en zit ik vast. Als de regens vallen, wordt de modder weer zacht en kom ik los"
-"Jôh!"
-"Dat gaat al jaren zo. Eéuwen. Dat moet zo."
-"Moet zo? Als ik onder de blubber zit, is het een ongeluk. Nooit vrijwillig. Die zijn er ook, die vrijwillig in de modder gaan liggen. Die denken, dat ze er beter van worden, maar dat heeft met de modder niks van doen. Het zit tussen de oren."
-"O ja, dat is bij mij ook altijd" zei nummer drie. "Tussen de oren. Er ín zelfs. Maar dat spoel je er zo weer uit.'
Ik liet het maar zo. Ik had geen zin om het uit te leggen, van 'tussen de oren'. D'r zit wat of d'r zit niks.
-"Hoe komen jullie eigenlijk in mijn hoofd?" vroeg ik.
-"Door je oor" zei nummer een.
-"Door je neus" zei nummer twee.
Nummer drie bleek door mijn keel te komen. Dat gebeurt wel vaker, een kikker in mijn keel. Of een brok. Bij mooie muziek of sentimentele film of zo. Maar oor of neus...
-"Wat dóen jullie trouwens in mijn hoofd?"
-"We komen je redden."
Ik wist niet eens dat ik in gevaar was en redding vereiste.
-"Ben ik in gevaar dan? Dat ik redding vereis?"
-"Ja. We komen je redden van het donker. Het is veel te vaak veel te donker in je hoofd"
-"Vind je het gek? Met dit weer? Gebrek aan licht, dát is het." zei ik knorrig. "By the way, hoe weten jullie dat, van mijn hoofd?"
-"En aardbeien." zei twee.
-"Wát?" riep ik tegelijk met de twee andere kikkertjes.
-"Aardbeien helpen ook tegen de duisternis. En vitamine C en vette vis."
Kikker een wees op zijn voorhoofd. 'Niet helemaal van dattum', dacht hij. 'Kan nog geholpen worden met een totale lijf-en-geest-transplantatie'.
-"Ik vroeg: hoe weten jullie dat mijn hoofd af & toe verduistert?" herhaalde ik mijn vraag.
-"We zijn gestuurd."
-"Door wie?"
-"Doetternietoe. We komen voor je zingen en dansen. Maar geen polonaise, want daar zijn onze armpjes te kort voor."
-"Nou goed dan." Zoiets had ik nog nooit meegemaakt, kikkers, die voor je dansen. Jullie wel?
Maar ja, baat het niet, dan schaadt het niet. Toch? Als het maar niet de vogeltjesdans is of de Meistersinger van Wagner. Verder kan ik wel wat hebben. Daar gingen de kikkerbeentjes van de vloer op een zelfgekwaakte melodie, die iets weg had van 'Hai, Pippi Langkous, tollehee enzo...' Mijn tenen begonnen mee te dansen en ik moest zelfs onweerstaanbaar meeklappen. Zachtjes, dat wel. Als de buren dat zien... Ik werd er vrolijk van en ook de zon ging weer schijnen. Of andersom, dat weet ik niet meer. Het kikkertrio danste langzaam het beeld uit.
Merkwaardig, niet?
woensdag 8 juni 2011
Groente
Het werken met groente hoeft niet gevaarlijk te zijn, als u maar de juiste voorzorgsmaatregelen neemt. Hier enkele suggesties.Op de foto ziet u mij de keuken betreden om een komkommer te gaan aansnijden. Pak nooit méér komkommer, dan u denkt nodig te hebben. Klem de komkommer goed vast, bijvoorbeeld in een flinke bankschroef. Moet u hem schillen, dan is een draaibank erg handig. Gooi de komkommer na gebruik meteen bij het chemisch afval.
De behandeling van kiemgroenten zoals taugeh is ietsje anders. Het gebruik van groot gereedschap is daarbij te onhandig. Het beste is, als u kiemgroente vooraf in de chemobak gooit.
Als u klaar bent met de groenten, reinig dan uw keuken terdege met stoom. Stap vervolgens met pak en al onder de douche en reinig pak en uzelf grondig.
Eet smakelijk!
De behandeling van kiemgroenten zoals taugeh is ietsje anders. Het gebruik van groot gereedschap is daarbij te onhandig. Het beste is, als u kiemgroente vooraf in de chemobak gooit.
Als u klaar bent met de groenten, reinig dan uw keuken terdege met stoom. Stap vervolgens met pak en al onder de douche en reinig pak en uzelf grondig.
Eet smakelijk!
maandag 6 juni 2011
Prequels
'The Eggs' prequel voor ''The Birds'
'Rosemary's marriage' prequel voor 'Rosemary's baby'
'Pikzwartje in bad' prequel voor 'Sneeuwwitje'
'De Verrekijker' prequel voor 'De Ontdekking van de Hemel'
'The Shortest Night' prequel voor 'The Longest Day'
'The Last Teabreak' prequel voor 'The last Supper'
'Doctor What?' prequel voor 'Doctor Who'
'Het Waswater' prequel voor 'Het Wassende Water'
'23' prequel voor '24'
'Plettert een vrouw van de trap' prequel voor 'Komt een vrouw bij de dokter'
'Kelly's daaro's' prequel voor 'Kelly's heroes'
'Rosemary's marriage' prequel voor 'Rosemary's baby'
'Pikzwartje in bad' prequel voor 'Sneeuwwitje'
'De Verrekijker' prequel voor 'De Ontdekking van de Hemel'
'The Shortest Night' prequel voor 'The Longest Day'
'The Last Teabreak' prequel voor 'The last Supper'
'Doctor What?' prequel voor 'Doctor Who'
'Het Waswater' prequel voor 'Het Wassende Water'
'23' prequel voor '24'
'Plettert een vrouw van de trap' prequel voor 'Komt een vrouw bij de dokter'
'Kelly's daaro's' prequel voor 'Kelly's heroes'
Maria's kaakje
Belt er een jongeman aan, ik zeg: "Kst!", maar hij belt nog eens. Ik met mijn houten drie naar beneden, vastbesloten van hem de golfclub om de nek te knopen. Wie belt er nou aan bij iemand anders? Alleen de postbode, toch? Nou, hij was geen postbode. Ik weet dat, want ik ben er zelf een geweest. Lang geleden. Eind 70er jaren. Toen heb ik trouwens de post bezorgd in de wijk, waar ik nu woon. Toeval beheerst het leven.
Maar ik dwaal af. Juist voordat ik de jongeheer zijn lesje zou leren, groette hij beleefd: "Goede middag, mijnheer." Ik verbijsterde twee stappen achteruit. De golfstok zette ik schielijk achter de voordeur en ik antwoordde: "Goede middag, jongmens". "Neem me niet kwalijk, dat ik u lastig val" "Not at all. Wat kan ik voor u doen?" "Wij weten thuis niet meer wat we moeten eten, nu vlees verboden is door de VPRO en groenten afgeraden worden." "Vergeet niet, dat er ook een negatief reisadvies van kracht is" onderbrak ik hem goedig. "Dankuwel meneer, maar wat moeten we nu eten, mijn broertjes en zusjes en mijn arme moeder."
"Mariakaakjes" adviseerde ik. "Heel vriendelijk, meneer, u heeft mij zó geholpen" "Het is geen moeite" stelde ik hem gerust. "Fijn, dat ik iets voor u kon betekenen" Hij maakte aanstalten om te vertrekken. "Voor de afwisseling kan je er een baby'tje bij bakken, zó uit de babyboom geplukt", riep ik hem nog na. De jongen kwam terug. "Maar is dat geen vlees?" "Het is met vlees als met kunst: het is pas vlees, als je het vlees noemt." "Ik zal het aan mijn moeder vertellen" zei het jong dankbaar. "Doei!" 'Gods kleren, niet te familiair' dacht ik nog, maar ik liet het zo. Eens mens kan ook te veel opvoeden.
Maar ik dwaal af. Juist voordat ik de jongeheer zijn lesje zou leren, groette hij beleefd: "Goede middag, mijnheer." Ik verbijsterde twee stappen achteruit. De golfstok zette ik schielijk achter de voordeur en ik antwoordde: "Goede middag, jongmens". "Neem me niet kwalijk, dat ik u lastig val" "Not at all. Wat kan ik voor u doen?" "Wij weten thuis niet meer wat we moeten eten, nu vlees verboden is door de VPRO en groenten afgeraden worden." "Vergeet niet, dat er ook een negatief reisadvies van kracht is" onderbrak ik hem goedig. "Dankuwel meneer, maar wat moeten we nu eten, mijn broertjes en zusjes en mijn arme moeder."
"Mariakaakjes" adviseerde ik. "Heel vriendelijk, meneer, u heeft mij zó geholpen" "Het is geen moeite" stelde ik hem gerust. "Fijn, dat ik iets voor u kon betekenen" Hij maakte aanstalten om te vertrekken. "Voor de afwisseling kan je er een baby'tje bij bakken, zó uit de babyboom geplukt", riep ik hem nog na. De jongen kwam terug. "Maar is dat geen vlees?" "Het is met vlees als met kunst: het is pas vlees, als je het vlees noemt." "Ik zal het aan mijn moeder vertellen" zei het jong dankbaar. "Doei!" 'Gods kleren, niet te familiair' dacht ik nog, maar ik liet het zo. Eens mens kan ook te veel opvoeden.
Abonneren op:
Posts (Atom)