zondag 23 januari 2011

Arbeid

Vroeger had je arbeiders. Wij socialisten waren voor de arbeiders. Je moest minstens één eerlijk handmatig vak uitoefenen, zoals stratenmaker of havenwerker. Ik heb dan ook leren lassen. Altijd nuttig voor later, wist ik. Een laskap op het hoofd - stoer! - en pruttelen maar. Binnen een paar seconden zaten de oefenstukken aan elkaar vast . Tot mijn innige tevredenheid. 'Mooie bloemkool' zei de lasinstructeur. 'Dank je' antwoordde ik trots, want wij arbeiders tutoyeerden elkaar. Maar het was niet als compliment bedoeld. Het volume van mijn werkstukje was ongeveer verdubbeld en mijn las deed inderdaad denken aan een ferme stronk.
Een paar lessen later had ik toch een bruikbaar voorwerp geproduceerd. Een racegaspedaal voor mijn Eend. Nu kon ik, zonder mijn voet van het rempedaal te halen, dubbelclutchen bij het schakelen. Heel-and-toe noemen wij autocoureurs dat. Voor veilig en snel terugschakelen zonder al te veel schade aan de versnellingsbak. Nergens voor nodig, maar ik had het toch maar geïnstalleerd! Ik was zelf een Arbeider!
Tegenwoordig zijn alle productiemiddelen aan de doe-het-zelver en iedereen kan lassen zonder les. Je hoeft geen arbeider meer te zijn of zelfs maar socialist. En autocoureur was ik ook niet.

Geen opmerkingen: