De orgelman is zijn orgel kwijt, zijn paard ging ermee vandoor
De man heeft nu geen werk meer, dat is niet grappig, hoor!
Hij werd vanmorgen wakker, zeg (als steeds voor dag en dauw)
Was me daar zijn orgel weg! 'Waar is dat k*tding nou?'
Hij zocht zich suf op zolder, keek achter de open haard
en dacht ineens, zeer ongerust: 'Nou niet ook nog mijn paard'
Hij beende naar zijn buurman toe, dacht aan een slechte grap
Ontmoette eerst de boerenmeid 'Mijn God, wat is ze knap!'
Zeg Mientje, hebt ge mijn peerd gezien, een orgel als zijn last?
Hij trok eens aan haar schortenstrik. 'Die zit behoorlijk vast'
'Blijf met je gore orgelpoten wel van mijn kleren af.
Dat paard is 's-nachts vertrokken in langgestrekten draf.
Daarna de dijk af in galop, het orgel sprong er achteraan
en niemand zat er op de bok (Maar wel was 't volle maan).'
Een jonge meid, die merkt zoiets, de standen van de maan.
Als ze het op d'r heupen krijgt: geen jongen laat ze gaan.
Maar goed, die arme orgelman zat nu toch zonder stiel.
Hij moest en zou zijn span weer terug eer dat de avond viel.
Nou moeten jullie weten: dat paard had een vriendin.
Die woonde op de boerderij. Daar had hij goesting in.
Alleen die merrie, lekker ding, zag onze hengst niet staan.
Stond hij daar te hinneken, geen reet vond ze d'r aan.
Ons paard dacht: 'Als ik nou daar met dat orgel kom
en haar een serenade geef, misschien gaat ze dan om.'
Nu staat hij voor haar boerderij en maakt het orgel los
Hij legt een boek op 't mechaniek en geeft het wiel een ros.
Het orgel breekt nu plots'ling los in oorlogssterk gebrul
'ALS 'T LENTE WORDT...' (is hartje winter.) Ons paard staat mooi voor l*l.
De begeerde merrie, in diepe slaap en vol met mooie dromen
schrikt zich schier een ongeluk en schiet d'rek uit d'r tomen
Ze slaat op hol, ze springt pardoes zó uit haar warme stallen
en rent de drasse polder in, is bijna nog gevallen.
Achter een bosje staat ze stil, al wat tot rust gekomen.
Kijkt om haar boerderij: 'Wat doettie nou, die slome?'
Daar ziet ze hem staan, dat dwaze paard, dat haar steeds loopt te bespieden
te schudden met zijn centenbak. 'Wat heb je toch rare lieden'
Onze hengst, intussen wijs, is buitengewoon geschrokken.
'Hoe verzin ik het, met teringherrie mijn liefste te gaan lokken?'
Neen, ik blijf voorlopig maar aan het bedelen met die vent.
Word ik gevoerd en goed gedrenkt en verdien ook nog een cent.'
Hij slentert terug naar eigen stal, orgel achter 'm aan.
En wat dat lekkere ding betreft 'Ach laat dat ook maar gaan'.
O ja, daar komt de orgelman ontroostbaar en betreurd.
Ziet me daar zijn paard weer staan of er nix is gebeurd.
'Nou breekt mijn klomp' zei de musicus 'Waar zijn die nou geweest?
Komt door de drank, ik drinkt nooit meer, ga nooit meer naar een feest.'
Zo zie je maar, een goed advies: Blijv' ieder bij zijn leest.
Was nooit een ongeluk gebeurd, was nix gebeurd geweest.
1 opmerking:
Clax,weér efkes ,terug???Uw vers is van een traenentrekkende schoonheid.....
Afz.
van nen verbouwingtochgeschrokken Stan
Een reactie posten